bij het programmeren wordt erg veel gebruik gemaakt van for-loops.
De for loop is een krachtig hulpmiddel dat je in staat stelt om code een vooraf bepaald aantal keren uit te laten voeren.
Een for loop kan bijvoorbeeld alle elementen in een array een voor een ophalen, controleren, bewerken of gebruiken etc.

De basisstructuur van de for-loop 

• Een for-loop wordt aangemaakt met for ( ) { }
• Tussen de haakjes komen de initialisatie, de conditie en de iteratie, deze worden van elkaar gescheiden met een puntkomma (;)
• Tussen de accolades {} plaatsen we de code die wordt uitgevoerd bij elke iteratie (herhaling) van de loop.

Initialisatie (een teller aanmaken)

• De initialisatie is de eerste stap in de for-loop. Hier declareer je een variabele.
  JavaScript gebruikt deze om bij te houden hoe vaak de loop al is uitgevoerd.
  Een soort teller dus.
• Meestal krijgt deze variabele de letter i als naam en wordt geïnitialiseerd met de waarde 0 (nul).

Conditie (een voorwaarde)

• De conditie wordt gecontroleerd voordat elke herhaling van de loop wordt uitgevoerd.
• Als de conditie true is, wordt de code in de loop uitgevoerd.
• Als de conditie false is, stopt de loop.

Iteratie (de herhaling)

• De iteratie gebeurt aan het einde van elke loopcyclus.
  Dit is een actie die de variabele van de initialisatie bijwerkt.
  Meestal wordt hiervoor de operator ++ of — gebruikt.
  Dat betekent dat i met 1 wordt verhoogd (of verminderd) na elke loopcyclus.

Het codeblok

• Het codeblok tussen de accolades {} is de code die wordt uitgevoerd bij elke iteratie van de loop.
• In de code-playground wordt de waarde van i en de gebruikersinput in de UserInterface weergegeven